Elk jaar zo rond November/December, als het droge seizoen begint en de oogst binnen is, begint men met het afbranden van de velden. Er zijn verschillende redenen voor deze seizoensbranden: men gelooft dat dit voedingsstoffen toevoegt aan de grond; bepaalde grassoorten worden verbrand om te voorkomen dat ze zichzelf uitzaaien; en later in het jaar wordt het vuur gebruikt om dieren uit hun schuilplaats te lokken die gevangen en gegeten kunnen worden (bijv. konijnen) of gedood (meestal slangen). Terwijl er een spoor van waarheid in sommigen redenen kan zijn, betekenen de branden dat ze zich snel kunnen verspreiden. Op deze tijd van het jaar ligt de luchtvochtigheid tussen de 10 en 20%(in vergelijking met 90% in het regenseizoen) en omdat alles zo droog is, verspreidt het vuur zich razendsnel!
Vorige week waren we naar de kerk gegaan toen iemand begon zijn veld af te randen achter ons huis. Heel snel was ons huis omsingeld en de stromat die om het kippenhok staat, vatte plotseling vlam. Het kippenhok brandde bijna volledig af. Een aantal omwonenden heeft gelukkig hun uiterste best gedaan om de brand te blussen.
Hoewel sommige fruitbomen en moringabomen aangetast zijn, zijn we dankbaar dat ons huis niet in vlammen is opgegaan. De kippen en konijnen zijn er gelukkig goed vanaf gekomen! Het heeft weer eens heel duidelijk bewezen hoe gevaarlijk het afbranden van de velden kan zijn. [Suhu Yini]